Haast
Haast

Een blog van Anjo Geluk-Bleumink, voorzitter van de Denktank 60+ Noord, een (netwerk)organisatie die uitsluitend met vrijwilligers werkt.
Februari 2023

Vroeger was ‘de zolder’ een oplossing voor alles waar ik op dat moment geen tijd voor had, verder geen plek voor had of waarvan ik niet wist wat ik ermee moest. ‘Zet maar op zolder’ betekende ‘dat doe ik later wel’. Intussen verzamelden mijn gezin en ik een zolder vol familiegeschiedenis en beloften voor later: speelgoed van vroeger, spullen van overleden ouders en ook dingen waarvan ik dacht daar later alle tijd voor te hebben. Zoals een schapenvacht, patroontjes om eindeloos veel nieuwe spullen mee te maken, een cursus … Later zou ik daarmee aan de slag gaan.

‘Later’ was in mijn hoofd de plek waar niet alleen ‘de zolder’ een plek had gekregen, maar het was ook de plek voor alle dromen. Een combinatie van eindeloos veel tijd, nieuwe plannen en ideeën, waar dat alles wel een plek zou krijgen.

Totdat de zolder in de weg ging zitten. Er kon niets meer bij en het was zo veel geworden dat ik het overzicht allang kwijt was. De verhuizing naar een kleiner huis – een stukje van de voorbereiding op later -  was de aanleiding voor de grote opruiming. De zolder moest leeg. Ik moest OPRUIMEN. Alles moest weg. Het speelgoed naar de kinderen, boeken naar andere liefhebbers, van alles naar de kringloop; studiespullen naar het oud papier. En zo vorderde de opruiming en kwam ik intussen ons hele verleden tegen. Na elke serie dozen en zakken, waren er weer nieuwe stapels … Een hopeloos geval voor Marie Kondo. Er is heel  uiteindelijk weinig overgebleven. Er was geen tijd voor nostalgie, voor twijfel over wegdoen of toch maar bewaren.                                                                                                                                                                           
Ik heb er ook van geleerd. Allereerst dat ‘later’ vooral in mijn hoofd zat en dat mijn ‘later’ allang begonnen was. Ik moest daar ‘hier en nu’ van maken, dromen in werkelijkheid omzetten of er anders rigoureus een streep door zetten. Ingehaald door de tijd, vervangen door iets veel leukers of beters of onhaalbaar, niet-realistisch. Dat ik van de schapenvacht nooit meer mooie wol zou spinnen, de cursus intussen antiek was, accepteerde ik. Niet meer dan jammer. Ik ontdekte dat ‘later’ niet meer een eindeloze periode zou zijn waarvoor er voor alles wat ik zou willen doen en veranderen, voor nieuwe plannen en ideeën, natuurlijk tijd genoeg zou zijn, maar een beperkt tijdsbestek zou hebben. Hoe lang? Altijd te kort voor al mijn dromen.

‘Ouderen op weg naar 2040’, is de ondertitel van de Transformatieagenda. 2040, het hoogtepunt van de vergrijzing. Over 17 jaar ben ik stokoud. Hoe lang zal ik nog kunnen werken aan de transformatie? Kan ik dat blijven doen of moet ik erop leren vertrouwen dat anderen stokjes overnemen, ermee doorgaan op hún manier? 
Nederig blijven doen wat ik kan? Voorlopig heb ik haast en niet zoveel begrip voor ellenlange procedures, eindeloze termijnen, protocollen en ander getreuzel. Er is zoveel te doen.

Plaats een reactie
Reacties